Weens Koopverdrag (CISG)


Het Weens Koopverdrag,ook bekend onder den Engelse afkorting “CISG” (UN Convention on the International Sales of Goods van 11 april 1980) is een internationaal materieel kooprecht. Het CISG bevat bepalingen voor de internationale koop van roerende zaken en regelt in beginsel de gehele afwikkeling van de koopovereenkomst, beginnend bij de offerte, de vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn, de levering, betaling, wanprestatie, ontbinding en schadevergoeding. Meer dan 80 staten zijn lid van het CISG.

Wanneer is het CISG van toepassing?

Het CISG is van toepassing op de koop/verkoop van roerende lichamelijke zaken tussen professionele partijen indien de partijen zijn gevestigd in

·staten die lid zijn van het CISG of

·wanneer volgens de regels van het internationaal privaatrecht (bijv. Rome I) het recht van een verdragsluitende staat van toepassing is.


Indien bijvoorbeeld een Duitse verkoper en een Nederlandse koper van aardappelen een koopovereenkomst sluiten en geen rechtskeuze uitbrengen, dan is het CISG van toepassing. Let op: indien partijen bijvoorbeeld afspreken dat op de koopovereenkomst “Nederlands recht” van toepassing is, is het CISG wel van toepassing. Het CISG is zogenaamd eenvormig privaatrecht en gaat voor op nationaal en Europees recht.


Partijen kunnen het CISG ook in het contract uitsluiten, hetgeen in de praktijk vaak gebeurd. Partijen sluiten het CISG vaak uit omdat zij met de inhoud van het CISG niet bekend zijn. Dat kan echter nadelig zijn, omdat het CISG op diverse punten ten gunste van de verkoper afwijkt van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.


Algemene voorwaarden en CISG

Inmiddels is duidelijk dat het CISG ook de vraag beantwoordt, of algemene voorwaarden op een overeenkomst van toepassing zijn. Indien sprake is van een “battel of forms” (beide partijen verklaren hun algemene voorwaarden van toepassing), wordt deze eveneens opgelost aan de hand van het CISG. 


In Nederland werd de battle of forms door middel van de “last shot theorie” opgelost: de algemene voorwaarden, waarnaar als laatste wordt verwezen, zijn van toepassing. Deze opvatting wordt ook ondersteunt door de bewoording van artikel 19 lid 3 CISG. Hierdoor kon echter een soort “ping-pong” spelletje ontstaan; beide partijen bleven in de stukken verwijzen naar hun eigen algemene voorwaarden.


Tegenwoordig zal de battle of forms waarschijnlijk niet meer door de last shot theorie opgelost worden, maar door middel van de “knock-out theorie”. Deze theorie bepaalt dat beide sets algemene voorwaarden naast elkaar worden gelegd. Bepalingen die met elkaar overeenstemmen zijn van toepassing, de andere bepalingen niet. Achtergrond van deze wijziging is een nieuw advies van de CISG Advisory Council (Opinion nr. 13 van januari 2013).


In de meeste gevallen zullen partijen die in verschillende landen zijn gevestigd in hun algemene voorwaarden een rechtskeuze voor hun eigen nationaal recht uitbrengen. In dat geval wijken de rechtskeuzeclausules van elkaar af en zijn deze niet van toepassing. Het toepasselijke recht dat naast het CISG van toepassing is dien dan binnen Europa aan de hand van Rome I te worden vastgesteld. Conform artikel 4 lid 1 sub a Rome I is dat het recht van het land waar de verkoper zijn gewone verblijfsplaats heeft. Het zij opgemerkt dat het nationale recht enkel van toepassing is als het CISG leemtes bevat (bijv. renteberekening).